T +31 (0)181 301 300
Bij het controleren van patientmonitoren zijn er enkele zaken die we kunnen doen om bij te dragen aan de kwaliteit van de simulatie of foutieve simulatie te voorkomen. Hieronder 5 tips.
1.Gebruik van een mandrel met de juiste maat cuff voor NIBP simulatie
Om tijdens de NIBP-meting de gebruikte cuff goed te positioneren gebruiken we een zogenaamde mandrel. Dit zijn pasvormen waarop we de cuff plaatsen bij het simuleren van NIBP. Zo kun je een cuff voor pasgeborenen tot een bovenbeencuff voor volwassenen gebruiken en meenemen in de controle. Wil je een lektest uitvoeren? Wissel dan bij een simulatie een reusable cuff af met een “rigid chamber”.
2. Goed aansluiten van de ECG afleidingen
Om het ECG-signaal goed over te brengen van de patientsimulator naar de patientmonitor is het van belang dat de ECG-connectoren goed zijn aangesloten. In de praktijk zien we ECG-aansluitingen in de vorm van clips, drukknopaansluitingen en connectoren met bananenstekker. Gebruik de juiste manier van aansluiten. Een te hoge overgangsweerstand kan leiden tot signaalverlies van het gesimuleerde signaal waardoor je een vertekend beeld van de werkelijkheid krijgt.
Sommige patientmonitoren hebben de mogelijkheid om het te simuleren ECG-signaal op het display van de simulator weer te geven. Zo kun je de ECG-weergave op de patientsimulator te vergelijken met het beeld op de patientmonitor.
3. Fysiologisch gesynchroniseerde simulatie
Een patientsimulator die de parameters fysiologisch synchroniseert, zoals bijvoorbeeld de ProSim 8, maakt het mogelijk om binnen enkele minuten een volledig beeld van de functionaliteit van de patientmonitor te vormen. Op deze manier sluit je alle gewenste parameters aan waarna het toestel de parameters tegelijkertijd simuleert. Ook passen de betreffende gesimuleerde waarden dan bij een natuurgetrouw patientbeeld. Dit is ook erg prettig voor opleidingsdoeleinden om snel bepaalde situaties na te bootsen.
4. Juiste fabricaat sensor / R-curve bij SpO2 simulatie
Kijk bij het simuleren van SpO2 altijd naar het juiste merk SpO2-sensor. De sensor hoeft niet altijd van hetzelfde merk als de monitor te zijn. De technologie van de SpO2-meting zit echter in de sensor. Maakt u bijvoorbeeld gebruik van een Nellcor SpO2-sensor op een Philips monitor, selecteer dan Nellcor als SpO2 fabrikaat op de patientsimulator.
5. Filter / Ruis instelling controleren bij monitor
Beschikt uw patientsimulator over de mogelijkheid om stoorsignalen te simuleren? Dan raden wij aan deze functie te gebruiken. Zo kunt u ingangsfilters op de patientmonitor controleren op de juiste werking. De patientsimulator stuurt dan een verstoord signaal uit waarbij het uitgangspunt is dat de patientmonitor een juist gefilterd signaal op de monitor toont.