T +31 (0)181 301 300
Alle functies op een patiëntmonitor worden in meer of mindere mate gebruikt. Van pasgeborene tot obese patiënt en van enkelvoudige SPO2 meting tot een uitgebreid 12-leads ECG. Het is dan ook van belang om alle functies van de patiëntmonitor te controleren. Het type monitor bepaalt natuurlijk ook de functies die we willen simuleren. Uitgangspunt is om alle functies die het toestel in zich heeft om die ook te controleren. Welke parameters zijn dan aan de orde? De volgende parameters komen terug in patiëntmonitoren:
ECG, aritmie & respiratie
ECG, aritmie, respiratie & NIBP
ECG, aritmie, respiratie, NIBP, IBP & SpO2
Verder sluiten we nog zaken aan als:
- Temperatuur;
- Foetaal / Maternaal ECG;
- Intrauteriene druk
- Cardiac Output.
Tijdens het simuleren is het praktisch wanneer de parameters fysiologisch gesynchroniseerd zijn. Het simuleren van lage bloeddruk zorgt er dan voor dat de andere relevante parameters daarin meegaan. Ook is het goed om alle parameters van hoge tot lage waarden gesimuleerd kunnen worden. De patiëntmonitor kan met gangbare waarden vaak goed overweg, het is goed om ook te kijken hoe de monitor met zeer hoge en lage waarden omgaat. Juist ook omdat monitoring van vitale functies bij bijvoorbeeld extreem prematuren of zeer obese patiënten zeer belangrijk is.
Gebruik bij het simuleren ook de juiste kabels en aansluitingen. Het is van belang om de connectoren van het juiste merk en type te gebruiken zodat het signaal van simulator naar monitor goed overgebracht kan worden.
In het volgend blog noemen we vijf tips bij het controleren van monitoren.
Meer weten over dit onderwerp? Neem gerust contact op.
Stel uw vraag aan Teun »