Nieuwe flowmeting bij neonatale beademing

Minder storingen & automatische kalibratie

Nieuwe flowmeting bij neonatale beademing: de eigenschappen
Accurate flowmeting is essentieel voor optimale beademing van een instabiele neonaat. Zeker wanneer er gebruik gemaakt wordt van Assist/Control (SIPPV) met Volumegarantie. De teugvolumes (Vt) accuraat met zo min mogelijk storingen meten, is van groot belang. We proberen onderbrekingen van de beademing zo veel mogelijk te voorkomen. Een nieuwe methode van flowmeting bij neonatale beademing heeft enkele eigenschappen die hier aan bijdragen, zoals de elektronische flowsensor met een thermisch werkingsprincipe.

De nieuwe flowsensor
De nieuwe flowsensor werkt op basis van twee temperatuurmetingen, met daartussen een warmtecomponent. Door de langsstromende flow wordt de warmte verspreid. Op basis van het verschil tussen de eerste en tweede temperatuurmeting kan de flow zeer accuraat berekend worden. De binnenzijde van de sensor is glad afgewerkt. In de sensor zit geen hittedraad waar bijvoorbeeld vocht of vernevelde medicatie op kan neerslaan. Dit verlaagt het risico op verstoring van de flowmeting. Vanzelfsprekend heeft de nieuwe flowsensor niet meer dan 0,9 ml dode ruimte. De sensor is er in een reusable en disposable versie.

Hierboven zie je een schematisch overzicht van het flowkanaal met de meetpunten en het warmte-component (in rood). Het gehele flowkanaal aan de binnenzijde is glad en afgewerkt met een siliconen coating (in groen). De kleurwaaier (blauw, geel, rood) toont de verspreiding van warmte door flow.

Lagere gevoeligheid voor vocht
Vanwege het ontwerp van de binnenzijde van de flowsensor gecombineerd met de verwarming van de sensor, maakt dat de flowmeting ook minder gevoelig is voor het neerslaan van vocht. Bij condensatie blijft de sensor zijn werk doen. Vanzelfsprekend kan de sensor niet meten wanneer de sensor daadwerkelijk vol met vocht staat. De nieuwe elektronische flowmeting brengt echter beduidend minder verstoringen met zich mee. Dit betekent ook dat je de slangen minder vaak hoeft los te koppelen om de sensor te verwisselen. Dan is er ook sprake van minder PEEP-verval bij het kind. Zo kunnen we de beademing beter in stand houden.

Autokalibratie
Een bijkomend voordeel van de digitale elektronische flowsensor is dat deze zichzelf kalibreert. De sensor hoef je bij het opstarten niet los te maken om een kalibratie uit te voeren. Zo is er een lager risico op verstoorde flowmeting door een afwijking in de kalibratie. Je hoeft niet meer te kalibreren. De slangen hoeven ook niet meer ontkoppeld te worden.
Op deze manier kunnen we bijdragen aan het verder optimaliseren van de beademing van pasgeborenen.

Wil je meer weten over de nieuwe flowmeting? Laat het ons weten en we informeren je graag verder.

Deze blogpost is geplaatst door Irma Damhuis

accountmanager Neonatologie